Beste De raad van bestuur van Katholiek Onderwijs Vlaanderen besliste op woensdag 7 oktober voor de eindtermen 2de en 3de graad secundair onderwijs een brief te sturen naar Ben Weyts, minister van onderwijs. Daarin riep de raad op om de eindtermen nog niet goed te keuren en legde hij twee voorstellen op tafel. In deze nieuwsbrief willen we toelichten waarom dat gebeurde, wat de reactie van de minister is, wat eraan vooraf ging en hoe het nu verder gaat. Anders dan gebruikelijk, sturen we deze extra nieuwsbrief aan iedereen die het onderwijs, en in het bijzonder het katholiek onderwijs, een warm hart toedraagt. De nieuwe eindtermen bedreigen immers de kwaliteit van ons onderwijs, omdat ze raken aan de vrijheid van onderwijs, het fundament waarop we katholiek onderwijs bouwen. We vragen dat bestuurders en directeurs deze nieuwsbrief verspreiden onder de personeelsleden van hun school. Je kunt ook de bijhorende krant met verduidelijkende infographics verspreiden. Ook anderen roepen we op deze nieuwsbrief te verspreiden onder collega’s en geïnteresseerden. Bezorg de nieuwsbrief en/of de krant ook aan wie niet in het secundair onderwijs staat. Er zijn immers nieuwe eindtermen basisonderwijs op komst. Als het resultaat gelijkaardig is, zullen we ons nieuwe leerplan Zin in leren! Zin in leven! (Zill) niet langer kunnen aanhouden. (Je drukt de krant het best af op A3-formaat. Heb je de mogelijkheid om als afdrukinstelling voor ‘Boek’ te kiezen, dan kun je beide vellen mooi dubbelvouwen tot een volwaardige krant.) Ook wij kregen de voorbije maanden signalen uit het werkveld en konden zelf ook vaststellen dat het onhaalbaar is om op basis van deze eindtermen te komen tot degelijke lessentabellen. Vrijdag 9 oktober kwamen de eindtermen voor een tweede keer op de Vlaamse regering. De leden van de directiecommissie en adviesraad secundair onderwijs adviseerden om een duidelijk signaal te geven en de Vlaamse regering op te roepen de eindtermen nog niet goed te keuren. De raad van bestuur besliste om op woensdag 7 oktober een brief te sturen naar de minister van onderwijs. De nieuwe eindtermen vormen immers een ernstige bedreiging voor de kwaliteit van ons onderwijs én laten nauwelijks ruimte om vanuit eigen inspiratie, expertise en engagement onderwijs aan te bieden: ► | Er zijn te veel eindtermen en er is te weinig onderwijstijd om ze grondig te verwerven. Er is ook geen tijd voor remediëren, differentiëren, excelleren. | ► | Leerlingen zullen van alles iets kennen, maar niets meer echt grondig. Leraren worden louter uitvoerder van wat de overheid voorschrijft. Scholen kunnen nauwelijks nog een eigen aanpak ontwikkelen. | Dat alles leidt tot oppervlakkigheid, verschraling, kleurloosheid en nivellering terwijl we met ons allen precies willen gaan voor diepgang, rijke vorming en profiel: er mag gerust wat verschil zijn in ons (katholiek) onderwijs, zodat leerlingen en hun ouders kunnen kiezen voor de school die best bij hen past. In onze brief aan de minister deden we ook twee voorstellen: de oprichting van een overkoepelende commissie die de eindtermen grondig versobert, en het uitwerken van een overgangsregeling om onze scholen intussen niet in de kou te laten staan. Daarmee wilden we de minister de kans geven om de knelpunten op te lossen. Hij ging er jammer genoeg niet op in. Een eenvoudige vergelijking van zijn persbericht van vorige week vrijdag met onze brief aan hem maakt dat duidelijk. Wij zijn voor ambitieuze eindtermen en excellent onderwijs, maar ook voor voldoende onderwijstijd en vrijheid voor elke leraar en elk schoolteam om die kwaliteitsvol te realiseren! We staan met onze verzuchtingen niet alleen. Ook de andere partners in het vrij onderwijs (Steiner, methodescholen ...) hebben de minister een analoge brief gestuurd. Voor iedereen, Vlaanderenbreed Het is grondig fout gelopen bij de opmaak van de nieuwe set eindtermen voor het secundair onderwijs. De verschillende ontwikkelcommissies zijn elk afzonderlijk op hun eigen domein en in goed vertrouwen volop aan het schrijven gegaan, maar er was geen overkoepelende commissie die de haalbaarheid van het geheel voldoende in het oog hield. Ook het format van de eindtermen maakt ze overladen en weinig gebruiksvriendelijk. Het zijn zeker geen minimumdoelen. Twee jaar lang, op elk moment, in elk overleg, hebben wij dat tevergeefs aangebracht, zowel bij de overheid als ook publiek. Ook uit de eerste graad secundair onderwijs bereiken ons ondertussen ernstige klachten omtrent de haalbaarheid van de eindtermen, voor verschillende vakken en over het geheel. We hebben constructief meegewerkt aan oplossingen, maar op het einde van de rit moeten we vaststellen dat het probleem fundamenteel is, en dus dat ook de oplossing dat dient te zijn. Morrelen in de marge volstaat niet. Ook uit onze eigen leerplancommissies waarin leraren en experten met de eindtermen aan de slag gegaan zijn, klonken alarmberichten over haalbaarheid en onwerkbaarheid. Om die redenen hebben we in de zomervakantie een uitgebreide analyse gemaakt en onder meer de onderwijstijd berekend die nodig is om de eindtermen met voldoende diepgang te realiseren. Dat alles hebben we voorgelegd op de directiecommissie en adviesraad secundair onderwijs, en doorgesproken op de raad van bestuur. Met het resultaat dat we nu breder communiceren. Voor iedereen, Vlaanderenbreed De Vlaamse regering is niet ingegaan op onze vraag om de eindtermen nog niet goed te keuren en de set eerst grondig te versoberen. Integendeel: er werden vorige vrijdag nog 27 eindtermen toegevoegd (!), waarvan er heel wat een bijkomende impact hebben op de onderwijstijd. De eindtermen worden nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State. De minister zou ook afspreken met het Vlaamse parlement dat er een hoorzitting komt over de haalbaarheid van de eindtermen. Gezien onze bevindingen fundamenteel zijn, vinden we dit een vreemde procedure. Die werkwijze leidt enkel tot meer tijdverlies wanneer men nadien beslist de eindtermen grondig te versoberen. Na het advies van de Raad van State volgt in principe de definitieve goedkeuring door de Vlaamse regering, waarna de set als voorstel van decreet in het Vlaamse parlement terecht komt. Als noch de regering, noch het parlement aan onze bezwaren tegemoet komt, dan hebben onze schoolbesturen, verenigd in Katholiek Onderwijs Vlaanderen, zes maanden de tijd om na te gaan of ze verzet aantekenen bij het Grondwettelijk Hof. Wij hopen uiteraard dat het niet zover hoeft te komen. De nieuwe eindtermen gaan in principe in op 1 september 2021. Dat is sowieso al heel kort dag. Daarom werken we ondertussen ook aan handvatten om op basis van de huidige eindtermen en met een perspectief op de nieuwe, leraren en scholen te ondersteunen via aangepaste of voorlopige leerplannen en andere service-documenten. Dus ook wanneer er geen nieuwe eindtermen zouden zijn, hoeft dat niet tot chaos te leiden. Voor iedereen, Vlaanderenbreed Voor de 2de graad vind je er tevens een vergelijking tussen de oude en de nieuwe eindtermen die in de verschillende vakken aan bod komen. Je kunt je eigen vakgebied bekijken, maar neem zeker ook een kijkje bij andere vakken. Zo kun je zelf vaststellen dat zowel de delen als het geheel van de nieuwe eindtermen niet het “beperkt aantal van sober geformuleerde en duidelijke eindtermen” zijn die de regering ons in 2018 beloofde. Met deze set nieuwe eindtermen dienen we ook in onze leerplannen aan het werk te gaan, en de overheid kijkt uiterst strikt na of alle elementen er “letterlijk” opgenomen zijn. Daardoor zullen we onze oorspronkelijke ambitie om de leerplannen te ontvetten en zeker 20 procent van de onderwijstijd per vak vrij te houden voor eigen accenten van leerling, leraar en school niet kunnen waarmaken. Tenzij de overheid alsnog de set grondig versobert en er opnieuw minimumdoelen van maakt, wat uitdrukkelijk onze vraag is. Voor iedereen, Vlaanderenbreed Als Katholiek Onderwijs Vlaanderen zijn we met onze brief van 7 oktober niet over één nacht ijs gegaan. Wat nu gebeurt, raakt aan het wezen van ons bestaan. We hopen dat de redelijkheid het haalt van het opbod, in het belang van leerlingen en hun ouders, leraren, scholen, en de samenleving als geheel. Voor iedereen, Vlaanderenbreed Mijnheer de minister Met dit schrijven willen wij gevolg geven aan de beslissing van de raad van bestuur van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, vandaag genomen, om u en de Vlaamse Regering formeel te verzoeken de voorliggende eindtermen voor de tweede en de derde graad secundair onderwijs niet definitief goed te keuren en ze dus niet aan het Vlaamse Parlement ter stemming voor te leggen. Hieronder lichten we de redenen voor dat dringende verzoek toe, en doen we ook een voorstel om de problemen te verhelpen. Na grondig onderzoek heeft de raad van bestuur vastgesteld dat de voorliggende set eindtermen vanwege de omvang en de opmaak ervan een ernstige inbreuk plegen op de vrijheid van onderwijs, en tegelijk ook een grote bedreiging vormen voor de onderwijskwaliteit. Door de omvang van de nieuwe set eindtermen komt de haalbaarheid ervan in het gedrang, in relatie tot de beschikbare onderwijstijd (in de regel 32 lesuren). Om die set van eindtermen te onderwijzen zullen de leraren en lerarenteams alle beschikbare onderwijstijd en soms zelfs méér dan de beschikbare onderwijstijd nodig hebben, zeker als we voluit recht willen doen aan wat er in de eindtermen gevraagd wordt. Dat bedreigt de onderwijskwaliteit, omdat leraren verplicht zullen zijn zich te beperken tot een oppervlakkige benadering. In de toekomst zullen leerlingen van alles iets weten, maar ze zullen onvoldoende tijd hebben om de inhouden grondig te verwerven. Dat betekent uiteraard ook dat de set eindtermen nauwelijks ruimte laat voor remediëren, differentiëren en excelleren: er is geen ruimte voor het ondersteunen van leerlingen die meer tijd nodig hebben om de eindtermen te behalen (remediëren); er is geen ruimte voor het verbreden van het aanbod naar interesses en competenties van de diverse doelgroepen van leerlingen (differentiëren); en er is geen ruimte om leerlingen die meer aankunnen, bijkomend uit te dagen (excelleren). Dat leidt tot een verschraling en nivellering van ons onderwijs. Bovendien mag van minimumdoelen verwacht worden dat ze niet de volledige onderwijstijd innemen, zodat er voldoende ruimte blijft voor een brede vorming voor de leerling, voor de professionele inbreng van de leraar en de pedagogisch-didactische aanpak van de school, en dat alles vanuit het pedagogisch project dat het schoolbestuur en het schoolteam in hun onderwijs willen realiseren. De raad van bestuur van Katholiek Onderwijs Vlaanderen heeft vastgesteld dat op die drie niveaus onvoldoende ruimte blijft om eigen accenten te leggen in de opmaak van de lessentabellen en leerplannen, in de onderwijsaanpak en in curricula. Van elk van die punten kunnen heel wat voorbeelden gegeven worden; in dit schrijven beperken we ons tot één van elk. We kunnen artistieke vorming geen volwaardige plaats geven in de modellessentabellen, ondanks ons streven naar brede vorming voor de leerling. De impact van de eindtermen maakt onze leerplannen overladen voor het voorziene aantal lesuren en laat de leraar geen ruimte om vanuit zijn passie en expertise nog eigen inhoudelijke keuzes te maken.¹ En voor de school blijven nauwelijks complementaire uren in de modellessentabel over voor eigen inbreng: een extra taal bijvoorbeeld of interdisciplinaire seminaries.² Ook de scheefgetrokken verhouding tussen algemene en specifieke vorming baart vele scholen zorgen, en al zeker die scholen met domein- gebonden opleidingen (Kunst en creatie, STEM, Zorg en Welzijn …).³ Wat nu voorligt, is allesbehalve “een beperkt aantal van sober geformuleerde, duidelijke, competentiegerichte en evalueerbare eindtermen”, zoals het Vlaams Parlement gevraagd had. De aangestelde ontwikkelcommissies hebben elk vanuit hun focus op de eigen sleutelcompetentie(s) en met oog op de gewenste situatie een lijst van detaillistisch en dirigistisch geformuleerde eindtermen opgesteld waarvan het geheel méér dan 32 lesuren in beslag neemt. Die constructiefout heeft u als minister ook zelf opgemerkt, nadat u het werk van de ontwikkelcommissies gezien had. Daarom hebt u in OD XXX “haalbaarheid” als evaluatiecriterium in de wetgeving bijkomend opgenomen. Daarom ook voorziet u in de recente mededeling aangaande de eindtermen basisonderwijs in een overkoepelende commissie die afspraken dient te maken over de haalbaarheid, de onderwijstijd die eindtermen als minimumdoelen mogen innemen, en de relatieve verhouding tussen de sleutelcompetenties. Voorts grijpt ook de opmaak van de eindtermen, in het bijzonder de eigengereide toepassing van de herziene taxonomie van Bloom, bijzonder sterk in op de pedagogisch-didactische aanpak van de school en de relatie tussen leraar en leerling. Zo dwingt de overheid scholen in een onderwijs- kundig kader en pedagogische aanpak die niet neutraal zijn, te meer omdat we hebben gemerkt dat de inspectie met dergelijke kaders zeer rigide omgaat. Op basis van al die bevindingen⁴ oordeelt de raad van bestuur dat de voorliggende set eindtermen niet verzoenbaar is met de vrijheid van onderwijs én het verlangen naar kwaliteit van waaruit de schoolbesturen en schoolteams, die de raad vertegenwoordigt, onderwijs verstrekken. De raad van bestuur vraagt daarom met aandrang dat de set eindtermen grondig bijgesteld wordt, zowel wat de omvang als de opmaak ervan betreft, vooraleer ze goedgekeurd wordt. Zo hoeven verdere juridische stappen niet overwogen te worden. Katholiek Onderwijs Vlaanderen stelt voor dat het huidige besluitvormingsproces onderbroken wordt, en dat er alsnog een overkoepelende eindtermencommissie wordt opgericht, samengesteld volgens de decretale bepalingen. Die neemt in de komende maanden de opdracht op zich om wat voorligt grondig te versoberen, en te komen tot een beperktere set ambitieuze eindtermen die (a) niet de volledige onderwijstijd innemen, daarbij rekening houdend met de nodige ruimte voor remediëren, differentiëren en excelleren, en voor de school en de leraar om eigen accenten te leggen (verhouding 70 procent⁵ – 30 procent); en die (b) niet pedagogisch-didactisch sturend zijn, en dus ruimte laten voor meerdere pedagogische projecten en aanpak. Het besluitvormingsproces zou dan in het voorjaar opnieuw verdergezet kunnen worden. Wij zijn er ons ten zeerste van bewust dat onze vraag een impact heeft op de voortgang van de modernisering van het secundair onderwijs. Op 1 september 2021 start de structuurvernieuwing in de tweede graad. Daarom stelt Katholiek Onderwijs Vlaanderen ook voor om samen met de overheid en de andere onderwijsverstrekkers een overgangsregeling uit te werken op basis van de bestaande eindtermen. Ons eerste onderzoek in dat verband leert dat er voldoende mogelijkheden zijn om onze scholen te ondersteunen om een periode zonder nieuwe eindtermen te overbruggen. Wij delen de resultaten van dat onderzoek graag met u, om zo een doenbare oplossing te vinden voor het ganse onderwijsveld. We willen overigens opmerken dat ook zonder de door ons gevraagde onderbreking het eindtermendecreet te laat goedgekeurd zou worden om tijdig in kwaliteitsvolle leerplannen te voorzien, leraren te professionaliseren, afspraken te maken op schoolniveau, enz. Tot slot wil de raad van bestuur eraan herinneren dat Katholiek Onderwijs Vlaanderen, bij monde van de directeur-generaal en de vertegenwoordigers in ontwikkelcommissies en bij (informeel) overleg, bij herhaling gewaarschuwd heeft voor deze uitkomst. Wij hopen dat u begrijpt dat deze brief van een andere orde is, en dat de vraag of hieraan gevolg wordt gegeven essentieel is voor de verdere beslissingen die de raad van bestuur nog zal nemen in dit dossier. We hopen evenwel samen met u en met de andere onderwijspartners naar oplossingen te zoeken die zowel de vrijheid als de kwaliteit van het onderwijs in Vlaanderen kunnen garanderen. Dat alles in het belang van een rijk, gevarieerd, ambitieus en kwalitatief hoogstaand secundair onderwijs. Met de meeste hoogachting Mgr. Johan Bonny, voorzitter Raad van bestuur Lieven Boeve, directeur-generaal cc. minister-president Jan Jambon, viceminister-president Hilde Crevits, viceminister-president Bart Somers cc. andere onderwijsverstrekkers ¹ De vele inhouden die zijn vastgelegd in de sleutelcompetentie ‘competenties voor wiskunde, exacte wetenschappen en technologie’ in de doorstroomfinaliteit laten de leraar heel weinig ruimte tot onderzoekend leren, nochtans essentieel voor een vak als natuurwetenschappen. ² Zo kiezen scholen voor de leerlingen Latijn-wiskunde vandaag in de 3 complementaire uren per leerjaar voor seminaries en extra wiskunde; in de toekomst rest er slechts één lesuur complementair. In de toekomst zal het ook niet meer mogelijk zijn voor scholen om de cognitief-sterkste leerlingen Latijn-Grieks toch 6 uur wiskunde aan te bieden. ³ De toekomstige leerlingen Technologische wetenschappen, die vandaag succesvol doorstromen naar academische bacheloropleidingen vanuit de specifieke vorming voor wiskunde, toegepaste fysica en engineering (zie onderwijskiezer) zullen dat in de toekomst moeten doen op basis van gemiddeld 6 lesuren minder specifieke vorming (maar met een hoger beheersingsniveau voor Frans) op het einde van het secundair onderwijs. Voor alle leerlingen van de A-finaliteit geldt dat er minstens 4 lesuren per leerjaar meer nodig zijn opdat ze de eindtermen voor de basisvorming zouden kunnen verwerven. Dat betekent dat we de beroepsgerichte vorming van die leerlingen voor het geheel van de tweede en de derde graad verminderen met 16 lesuren. Dat hypothekeert ook mogelijk een OAO in duaal leren. Bovendien dreigen meer leerlingen van bso en dbso ongekwalificeerd uit te stromen. ⁴ Katholiek Onderwijs Vlaanderen staat niet alleen met dat oordeel. Ook de Vlaamse Onderwijsraad merkte in zijn unanieme advies van 27 augustus 2020 op dat de eindtermen niet beperkt zijn in aantal, noch sober geformuleerd, en dat ze geenszins als minimumdoelen beschouwd kunnen worden. De VLOR wijst voorts op de te grote complexiteit van het juridisch kader en de operationalisering ervan, met zeer ongebruiks- vriendelijke eindtermen tot gevolg. Voorts maakt ook de VLOR zich zeer grote zorgen om de globale haalbaarheid en de haalbaarheid in hoofde van de leerling en in hoofde van leraren en schoolteams. ⁵ 70 procent geldt voor het geheel van de te verwerven kennis, vaardigheden en attitudes zoals vastgelegd door de Vlaamse regering in eindtermen basisvorming, specifieke eindtermen en beroepskwalificaties. Voor iedereen, Vlaanderenbreed |